Bezoek International Seafarers Centre the Bridge

“Al die buitenlanders in ons dorp, dat was eerst wel vreemd…”

Na mijn bezoeken aan zeemanshuizen in ondermeer Vlissingen, Moerdijk en de Eemshaven heb ik nu een afspraak in het centrum voor zeevarenden in Oostvoorne. Het heet the Bridge en het valt me op dat het anders is dan de andere centra in Nederland. Allereerst bestaat het nog maar 3 jaar. Ten tweede bevindt het zich niet in een havengebied. Ten derde is er geen bar of bier in het centrum te vinden. The Bridge presenteert zichzelf dan ook als “een servicepoint met benefits”: in deze kleine ruimte kun je internetten, geld wisselen of even hangen op de bank.

Het allerbelangrijkste voordeel echter: het centrum staat midden in het dorp. En dat dorp telt vele voorzieningen zoals een aantal supermarkten, winkels, kroegen en restaurants. “Als je hier bent, hoef je even helemaal niet meer aan je schip te denken,” vertelt één van de vrijwilligers, je bent in een heel andere omgeving. In het begin werd er wel wat vreemd aangekeken tegen al die buitenlanders in het gegoede Oostvoorne, maar nu is iedereen er wel aan gewend. De winkeliers zijn er zelfs blij mee. Bovendien kun je ook nog de omgeving van het dorp verkennen. Zo gaat een kapitein met zijn vrouw en dochter graag in het bos wandelen als ze zijn aangemeerd in de haven van Rotterdam.”

14.30 Aankomst – locatie: The Bridge
The Bridge is iedere werkdag geopend van drie uur ’s middags tot half tien ’s avonds. Ik kom binnen wanneer de vrijwilligers van die middag aan de koffie zitten: Fred, Etke, Paul, en Cok. Er is een groep van ruim 30 vrijwilligers die het centrum draaiende houdt. Er wordt telkens in twee ploegen van 2 of drie personen gewerkt – met in ieder geval een chauffeur en een gastheer/vrouw. De eerste ploeg is bezig tot 6 uur, dan neemt de andere ploeg het over. De meeste vrijwilligers hebben op de één of andere manier wel een link met de scheepvaart of de haven, anderen vinden het gewoon belangrijk om zeevarenden een goede ontspanningsmogelijkheid te bieden. Nu de manager onlangs is gestopt, is men wel naarstig op zoek naar een coördinator. Hopelijk wordt die snel gevonden.

Terwijl we hierover in gesprek zijn, komt er – toeval of niet – net een kandidaat-vrijwilliger binnengelopen. Bram werkt in de offshore, is dus telkens vier weken weg, maar in de vier weken dat hij thuis is, wil hij zich wel verdienstelijk maken.
De koffiemachine blijft intussen bezig en ook havendominee Helene Perfors komt even buurten. The Bridge is niet een kerkelijk gebonden centrum, maar er is wel een kast met religieuze lectuur aanwezig. Bovendien biedt vanavond de kerk van Oostvoorne zeevarenden een stamppotmaaltijd aan.
“De meeste bezoekers zijn Filippijnen en Indiërs en verder alle mogelijke andere nationaliteiten. De haven van Rotterdam is zo groot. Bijna iedere dag zijn er wel bezoekers, met een uitschieter op kerstavond. Afgelopen 9 januari mochten we onze tienduizendste bezoeker begroeten!”

15.15 Vertrek met de bus – locatie: ECT-Terminal Maasvlakte
Genoeg koffie gedronken. Ik ga met Fred op pad. Zelf werkt hij bij een brandstofdepot, maar zijn broer is al 42 jaar verbonden aan de maritieme sector. Als chauffeur van het busje moet hij soms ver rijden. “The Bridge bestrijkt de hele Europoort westelijk van de Calandbrug bij Rozenburg. Als er zich geen bezoekers melden om opgehaald te worden, gaan we vaak zelf een schip bezoeken. Dan kunnen we over The Bridge vertellen en soms gaan ze dan direct mee.”

Na aanmelding bij de ECT-Terminal rijden we tot vlak bij één van de containerreuzen, waar het een drukte is van kranen en zelfrijdende vrachtwagens. Voor mij is het bezoek aan de negen maanden oude “Ever Glory” weer eens wat anders dan rondkijken op een baggerschip. Ook hier moeten we ons natuurlijk aanmelden en dan worden we door de Indiase eerste stuurman ontvangen in de dock office. “Het had een rustig dagje moeten worden,” verzucht hij, “maar er gingen wat dingen mis en ik eindigde met een enorme stapel papierwerk. Ik wil zeker even naar de wal.” Terwijl er buiten wordt gebunkerd en stores worden geladen, praten we nog wat met opvarenden. Uiteindelijk gaan er vier Indiase bemanningsleden mee met het busje.

16.45 Ophalen andere passagier – locatie: ECT-terminal Maasvlakte
We rijden nog even door naar de roze containerreus erachter: de One Aquila. Er stapt een Filippijnse kok bij ons in. Rond 6 uur moeten er nog vier collega’s van hem worden opgehaald. Belangrijk is dat de bemanningsleden hun paspoort en een gestempelde bemanningslijst bij zich hebben, anders komen er problemen bij de poort. Eenmaal buiten het haventerrein trapt Fred even op het gaspedaal: de eerste stuurman wil graag een paar plantjes kopen, dus we moeten wel voor sluitingstijd van de bloemenwinkel terug zijn in Oostvoorne.

17.20 Aankomst in dorp – locatie: Oostvoorne
En dat lukt! Direct na de registratie in The Bridge, spoeden de Indiërs zich naar de bloemenwinkel. De eerste stuurman wil graag wat groen aan boord. Ik vraag de eigenaar van de bloemenwinkel naar zijn ervaringen met klanten van The Bridge: “Ja, die komen hier regelmatig. Ze maken vaak foto’s van de bloemen en kopen wat plantjes voor in de hut.” Ik loop ook even naar één van de supermarkten. Vanachter de servicebalie wordt mij verteld: “We zien natuurlijk niet of het zeevarenden zijn, dat staat niet op hun voorhoofd. Maar er komen veel Aziaten en ook Russen. Ze kopen heel veel chocolade en chips, soms echt een heleboel.” Een mevrouw in de rij achter me lacht bevestigend. Ook in de computershop verderop schijnen ze goede ervaringen te hebben met de onregelmatige gasten.

18.00 Aantreden van de nieuwe ploeg – locatie: The Bridge
Terug in het centrum maak ik kennis met de aantredende vrijwilligers Lizzy en Guus. Guus heeft nog eens 4 bemanningsleden van de One Aquila opgepikt. Hij zal later op de avond alle bemanningsleden weer terug gaan brengen. Lizzy is min of meer vanaf het eerste begin bij het centrum betrokken. Guus heeft jaren als hotelmanager op de P&O Ferries gewerkt en vindt het belangrijk om nog wat voor zijn Filippijnse (oud-)collega’s te kunnen betekenen.
De bemanning van de “Ever Glory” meldt zich in het centrum. Een biertje is eventueel beschikbaar in het Cultureel Centrum boven, maar de heren besluiten toch verderop even te gaan kijken, waarbij er ook gegeten kan worden. Hun spullen kunnen in The Bridge blijven staan.
Wij praten intussen verder. “Het zou handig zijn als er nog een busje bij kwam. Of gewoon een personenauto. Nu moeten we af en toe een taxi bellen als het te druk is.” De financiën zijn bij de zeemanshuizen natuurlijk altijd een moeilijk verhaal. “Er is geld vanuit de bedrijven en het Port Welfare Committee, maar we zouden graag meer structurele toezeggingen hebben. Want we willen graag meer organiseren. Iedereen vindt de inzet voor het welzijn van zeevarenden fantastisch, maar het mag vooral geen geld kosten. Vanachter een veilig bureau voelt het nu eenmaal anders dan wanneer je maanden aan boord bent.”

19.45 Vertrek – Guus gaat straks het eerste groepje bemanningsleden terugbrengen. Voor mij is het mooi geweest. Ik besluit de plaatselijke horeca ook eer aan te doen, en haal twee broodjes kroket. Terwijl ik weg rijd, zie ik net de Indiase bemanningsleden teruglopen naar The Bridge. Straks zitten ze weer tussen de containers. Hopelijk kunnen zij door dit intermezzo er weer even tegen.

Stefan Francke

International Seafarer’s Center The Bridge, Cultureel Centrum De Man, Burgemeester Letteweg 30, Oostvoorne, 06-32274725. Het centrum is iedere werkdag geopend van 15.00 tot 21.30 uur.