Contactbrief 271
- 15
- jun
Marcus 3: 33 Wie zijn mijn broeders en zuster?
Aan een ieder die leeft en werkt op zee en allen die zich met hen verbonden voelen,
Wij mensen zijn sociale wezens. Wij voelen ons thuis in groepen. De meest belangrijke is die van de familie. Daar wordt al snel een vader en moeder met een paar kinderen van gemaakt. Dit gebeurt vaak zo onnadenkend dat over mensen die geen deel uitmaken van zo’n groep meewarig wordt gesproken. Wezen zijn zielig, stiefouders gemeen en mensen die niet aan een eigen gezin beginnen zijn achter- of overgebleven. Mensen die een relatie hebben met een zeevarende wordt gevraagd of ze ‘niks beters’ hadden kunnen krijgen.
In de kerk lijk het gezin ook een voorname plaats in te nemen. Bij het kerstfeest is het beeld van moeder Maria en baby Jezus prominent. En met Jozef (op de achtergrond) erbij is het plaatje helemaal compleet! Ook bij het stichten van gezinnen laat de kerk zich niet onbetuigd. Het sluiten van huwelijken gebeurt er met de mooiste muziek en verzorgde toespraken in prachtige gebouwen vol met op hun paasbest geklede mensen. Het dopen van baby’s gebeurt ook met ceremonieel vertoon. Bij de grote waardering van het gezin worden ook bijbelteksten geciteerd. Zoals Matteüs 19 vers 6. Daar staat dat ‘wat door God is verbonden, niet gescheiden mag worden door de mens’.
Toch is het niet zo dat mensen die niet aan het geijkte idee voldoen in de kerk met de nek aangekeken worden. Dit heeft te maken met de manier waarop Jezus Christus praat over familie. Hij deed een belangrijke uitspraak nadat zijn broers, zussen en moeder vonden dat hij zich teveel begaf onder arme, zieke en mismaakte mensen. Mensen dus die niet voldeden aan het ideaalbeeld. Jezus stelde toen dat iedereen die de wil van God doet, zijn broer, zuster of moeder is.
Om deze reactie van Jezus te begrijpen is overigens niet veel kennis over de bijbel nodig. Het beeld van God die een vader is van alle mensen op de wereld is alom bekend. En iedereen weet diep in zijn hart dat alle mensen vooral heel veel op elkaar lijken. Dat de één niet veel beter is dan de ander. Dat we elkaar moeten nemen zoals we zijn, ook met onze fouten. Dat op deze manier de liefde regeert en dat we daarmee Gods wil doen. En zelfs als die God niet zou bestaan, dan is het elkaar liefhebben als broers en zussen alsnog het beste voor de wereld.
Zo makkelijk als dit is te begrijpen, zo lastig is het deze gedachte in praktijk te brengen. Het belangrijk maken van je familie heeft namelijk een aantal aantrekkelijk kanten. Behalve dat je familie een overzichtelijke hoeveelheid mensen bevat zijn er namelijk volop mensen beschikbaar van een ‘andere groep’ die je de schuld kan geven als iets niet goed gaat. Het lijkt voor heel wat mensen zelfs een noodzaak dat er ‘anderen’ zijn aan wie je de schuld kunt geven.
Een bekend verhaal hierbij is dat over een kantoor waarbij de directeur de schoonmaker wegbezuinigde. Nadat deze maatregel werd ingevoerd nam het aantal ruzies enorm toe. Mensen die dingen kwijt waren vroegen hun ‘kantoorfamilieleden’ of ze wisten waar die gebleven waren. De gebruikelijke verklaring dat de schoonmaker de verdwijning op zijn geweten had ging niet langer meer op. De sfeer werd zo slecht dat de directeur maar weer een schoonmaker in dienst nam.
Het antwoord op de vraag of mensen met elkaar kunnen leven zonder iemand de schuld te geven wordt in de bijbel op een bijzondere manier beantwoord. Er staat geschreven dat Jezus Christus, op verzoek van zijn vader, alle menselijke fouten, alle schuld, op zich heeft genomen door zich te laten kruisigen. Hiermee wil Jezus dezelfde rol spelen als de schoonmaker in het verhaal. Maar dan voor alle mensen op de hele wereld. Zo wil hij de mogelijkheid tot volkomen verzoening bieden.
Een probleem hierbij is dat veel mensen Jezus zien als een vriendelijke, intelligente en mooie man die goed uit zijn woorden kan komen en met wonderlijke krachten over de natuur kan heersen en ziektes geneest. Als een supervriend. Daarbij wordt vergeten dat hij ook een ondoorgrondelijke, mysterieuze kant heeft.
Voor de bekende theoloog Meister Eckhart is bovenstaande een reden om gelovige aan te raden dat om elke keer dat ze een bepaald idee over God hebben, dit weer moeten ontkrachten of loslaten. Zo ontstaat er ruimte voor een nieuw beeld. Op deze manier is het dan mogelijk om Jezus als een of ander vaag en vreemd type te zien die je kunt gebruiken als excuus waarom je niet altijd succesvol bent.
Natuurlijk is het ook van belang om dit idee over Jezus weer af te breken. De kans op gebrek aan zelfinzicht is natuurlijk levensgroot aanwezig. Maar voordat dit gebeurt wil ik uw aandacht vragen voor het werk van dirigenten. Bij het leiden van repetities hebben ze gemerkt dat ze de orkestleden beter niet kun wijzen op elke fout die ze maken. Dat komt omdat orkestleden dan gaan verkrampen en dan nog meer fouten gaan maken. Sommige dirigenten vertellen de musici wel eens dat zij er zelf de oorzaak van waren dat de muziek niet mooi klonk terwijl dit niet waar is. Dit doen ze met de wetenschap dat het optreden uiteindelijk beter zal gaan. Soms levert dit zelfs zo’n mooie uitvoering op dat het is alsof de hemel even was neergedaald op aarde. Dan hebben de musici als broeders en zusters samen Goddelijk gespeeld.
Zeevarenden bevinden zich wat bovenstaand betoog betreft overigens in een bevoorrechte positie. Zij leven immers niet in een maar in twee families. Met het afwisselende verlangen naar de wal en de zee wordt de vraag wie hun broeders zijn elke keer opnieuw gesteld. In de hoop dat dit mag leiden tot een meer vredevol bestaan wil ik dit schrijven afsluiten.
Dominee Leon Rasser
Koopvaardijpredikant IJmond
Tel.: 06 22090 334