De joods-christelijke erfenis van Nederland – Grachtengordel en scheepsbrug
- 09
- aug
Toen ik vanwege mijn ambt van koopvaardijpredikant voor de havens aan de IJmond verhuisde naar de hoofdstad van Nederland, werd ik al snel als Amsterdammer gezien.
Ongevraagd wordt mij herhaaldelijk verteld dat het beste aan mijn woonstad de laatste trein met bestemming Rotterdam is. Daarnaast krijg ik met mijn stadsgenoten steeds het verwijt het geld te verbrassen dat in de Maasstad met bloed, zweet en tranen wordt verdiend. Ten derde heb ik te maken met scherpe kritiek op de mensen die in en rond het historisch centrum wonen. Vanuit hun machtige posities zouden zij tal van besluiten nemen, terwijl ze niet weten hoe het er buiten de grachtengordel aan toegaat.
Yvonne Zonderop is een vrouw die perfect past in bovengenoemd plaatje. Ze heeft carrière gemaakt bij de Volkskrant, schrijft voor de Groene Amsterdammer en werkt o.a. bij het Sociaal Cultureel Planbureau en de Humanistische omroep.
Daarnaast heeft ze allemaal bijbaantjes, zoals lid van de raad van commissarissen van de FD mediagroep. Ze is geboren in een katholiek dorpje dat ze heeft verlaten om journalistiek te gaan studeren. Ze loopt rond in mooie kleren, draagt een chique horloge en vergeet nooit op tijd naar de kapper te gaan.
Opvallend is dat zij onlangs op de Nederlandse televisie verscheen in het NCRV-programma ‘de Verwondering’. Dit door Annemiek Schrijver gepresenteerde interviewprogramma is namelijk totaal niet hip in 020.
Yvonne vertelde daar over een droom die ze had gekregen. Deze ging over licht en donker en had alles te maken met godsdienst. Als kunstliefhebber raakte ze ook overweldigd door een religieus schilderij van Leonardo da Vinci.
Deze persoonlijke ervaringen rijker vroeg Zonderop zich af of deze van waarde zijn voor Nederland. Met een enorme werklust las ze hier talloze boeken over en praatte ze met veel deskundigen over godsdienst. Terwijl ze haar leven makkelijk had kunnen vullen met goed betaalde baantjes besloot ze een boek te schrijven over de rol van religie in de toekomst van Nederland. Het heet: ‘Ongelofelijk, de verrassende comeback van religie’.
Met het schrijven van dit boek stelt ze zich kwetsbaar op. Van haar vriendenkring valt immers geen enthousiasme te verwachten als het over godsdienst gaat. Daarnaast heeft ze te maken met de eerder beschreven vooroordelen die bestaan over de grachtengordel in Amsterdam. Toch laat zij zich niet van de wijs brengen. Zij begint daarbij met feiten. Bijvoorbeeld dat 88% van de mensen op de wereld godsdienstig is, dat in de Amsterdamse wijk de Bijlmer meer kerken zijn dan kroegen en dat ontkerkelijking geen succesvol Europees exportproduct is.
Verder wijst zij erop dat niet alleen de politieke leiders van de Christenunie, het CDA en de SGP zich als christelijk profileren, maar ook Marianne
Thieme (Partij voor de Dieren) en Mark Rutte (VVD) openlijk lid zijn van een kerk. Daarbij komt nog dat Geert Wilders (PVV) en Thierry Baudet (FvD) zich zeggen in te zetten voor het behoud van de ‘joods-christelijke*’ (dus godsdienstige) cultuur van Nederland.
Als Amsterdamse havendominee zie ik een opvallende overeenkomst tussen de stad waar ik zelf woon en de schepen waar zeevarenden wonen. De Amsterdamse grachtengordel (het centrum van de macht) is namelijk omgeven door wijken met moskeeën en kerken.
En aan boord zijn de ‘neutrale’ hutten van de kapitein en hoofdmachinist omgeven door de ruimtes van matrozen waar bijbelteksten, gebeden en afbeeldingen van heiligen, Maria en Jezus aan de muur hangen.
In zekere zin is Yvonne Zonderop een kapitein die deze situatie serieus onder ogen neemt. Ze denkt na wat dit betekent voor de toekomst en wat ze kan leren uit het verleden. Een eerste conclusie die ze heeft getrokken is dat ze veel meer door het christendom is beïnvloedt dan ze in eerste instantie dacht.
Ten tweede stelt ze vast dat er in Nederland voor godsdienst niks in de plaats is gekomen. Voor haar is het dan ook logisch dat die leegte weer gevuld wordt.
Opvallend is dat Zonderop er niet voor gekozen heeft om uitgebreid over haar persoonlijke ervaringen te schrijven. Terecht merkt zij op dat er al (te) veel van dat soort boeken zijn. Ze kiest juist voor het gezamenlijke, de groep mensen die het land Nederland vormgeven.
Daarmee is ze iemand die haar leidinggevende positie in Nederland heel bijzonder invult en haar macht en aanzien heel verantwoordelijk en inspirerend gebruikt. Met alle Amsterdamse bescheidenheid hoop ik dan ook dat veel Nederlandse officieren dit boek zullen gaan lezen.
Leon Rasser
*Hierbij dient opgemerkt te worden dat ze nooit hebben beschreven wat ze daarmee precies bedoelen.