Een bijzonder huis
- 20
- nov
Het zeemanshuis is niet zomaar een huis. Stappen onze gasten binnen dan is de opluchting groot. Even een andere omgeving, even wat andere gezichten. Die van ons, die van hun collega-zeelieden, die van een bijspringende havendominee, die van hun geliefden zelfs.
‘Net niet gelukt,’ zei Gavin laatst. De benzinetanker arriveerde om tien uur in de ochtend, het schrootschip vertrok om vijf uur in de middag. De kok van het eerste schip had er die avond wat stilletjes bijgezeten. ‘Stel je ‘ns voor dat ze elkaar wel hadden ontmoet,’ vervolgde Gavin. ‘Dan was het pas echt feest geweest hier.’ Ik keek hem aan, zweeg en telde. ‘Drie keer raak in 2015,’ zei ik tenslotte. ‘Hoe bedoel je,’ vroeg onze trouwe volunteer. Nog geen tien minuten later was het ongeloof groot. De volgende dag sloeg ik er m’n aantekeningen op na. Jazeker, het klopte helemaal. Drie dagen, drie data…
Een: zaterdag 24 januari We zijn nog maar net open als de jonge Filippijnse de kinderwagen naar binnenrijdt. Terwijl de kleine in huilen uitbarst, lacht de Belg me toe. Ze komen net uit Antwerpen vandaan en zijn blij er te zijn. Z’n zwager is matroos op de Hanjin Odessa. Broer en zus weten amper nog hoe de ander er uitziet en hebben hier afgesproken. Die avond zien we het gebeuren. Het regent tranen, vreugdetranen.
Twee: dinsdag 10 maart Om zes uur zijn we bij Oiltanking. De vijf Filippino’s zitten nog niet als een van hen vraagt of we naar Vopak gaan. Ik kijk vreemd op en schud het hoofd. Een uur later snap ik het. De zeeman van Vopak snelt de bus uit en schiet op z’n broer af. Na drie lange jaren is het weerzien daar. Dan klinkt een luide roep: ‘Sir, more beer please!’
Drie: zondag 20 september Ineens staat ze voor me. Op haar vraag volgt een bevestigend antwoord: ‘Yes, we’ll be there at seven o’clock.’ Eenmaal op de OBA-terminal houden we halt voor het schip. Acht mannen stappen in. Kort daarop naderen we het huis aan de Radarweg. Aldaar kijkt een ieder op. De binnenstormende zeeman juicht, grijpt de jongedame beet en tilt haar omhoog. Pas als het stel rustig aan de bar zit, informeer ik naar het hoe en wat. De enginecadet van de Pantasis L meerde vannacht, de stewardess van Saudi Airlines landde vanmorgen. Beiden komen uit de VS vandaan. Hij had steenkool geladen te New Orleans, zij had honderden passagiers aan boord genomen in Washington DC. Twee jaar al zijn ze verloofd, zes maanden zagen ze elkaar niet. ‘And now,’ vraag ik. ‘Four hours to enjoy,’ lacht Allyson Rivera. ‘My watch starts at midnigth, she takes off at six in the morning.’ Ik zwijg, kijk hen aan en weet het zeker. In ons huis geschieden ze nog. Kleine wondertjes!
Leo Bersee