Een hork aan boord is een pest voor de sfeer
- 13
- jun
“Dewi! More coffee!” brulde de boomlange machinist naar de Indonesische matroos, ondertussen rammelend met de koffiepot op het warmhoudplaatje. Hij is zonder twijfel de grootste hork die ik ooit zag aan boord. De matroos wist niet hoe snel hij de pot moest halen om hem bij te vullen, en dat was maar goed ook. De kapitein zat erbij en glimlachte minzaam. En dus deed de hoofdmachinist dat ook. En daardoor kon deze hork zijn goddelijke gang gaan.
De rest van de aanwezige bemanning zweeg. Er heerste een beklemmende sfeer, zo een die je aantreft in een angstcultuur. Als je je mond opendeed was je de Sjaak en als je pech had kon je je carrière wel op je buik schrijven. Ik was aan boord vanwege mijn verkering, hij was nog maar maritiem officier. Dus drukte ik mijn rug diep in het klamme kunstleer van de bank en zweeg.
De koffie met melkpoeder smaakte niet, maar ik slikte het door. Bang om per ongeluk de aandacht trekken, op wat voor manier dan ook. Stilletjes bedacht ik dat we het thuis toch eens moesten hebben over die carrière op zee. Misschien werd mijn verkering ook wel een hork.
Toen kwam de eerste stuurman (voorheen kapitein) binnen. Hij lachte zijn lelijke gebit bloot en zwaaide met een stapeltje papieren. “Kijk eens wat ik hier heb!” riep hij door de ruimte. Iedereen zweeg. “De takenboeken! En ze zijn alweer slecht gemaakt!” De leerlingen zaten er stilletjes bij. Hun ouders hadden geen benul van het feit dat ze de toekomst van hun kinderen in handen hadden gelegd van deze onkundige hork. Dat ze het vak niet van hem gingen leren was overduidelijk. Een van beide haakte halverwege de stage af en dat was het beste wat hij kon doen. Jammer voor de rederij, die bleef zitten met de hork.
Ik moet eerlijk zeggen dat ik al in geen jaren meer zo’n hork ben tegen gekomen aan boord. Of toch! Die ene, die altijd zocht naar hiaten in de kennis van anderen. Met name (of eigenlijk: alleen maar) de lager geplaatsten in de hiërarchie moesten het ontgelden. Ze werden dagelijks vernederd vanwege de kleinste vergissing, totdat hun eigenwaarde gedaald was tot een nulpunt. Iedere reis weer een nieuw slachtoffer, iedere reis weer iemand die uit wanhoop ontslag nam. Jammer voor de rederij, die bleef zitten met de hork. Totdat er eindelijk een kapitein aan boord kwam die tijdens de koffie meedeelde dat hij zijn grote waffel moest houden. Daarna fleurde het hele schip op.
Hoe het uiteindelijk is afgelopen met de grootste hork die ik ooit trof? De bemanning heeft persoonlijk met hem afgerekend. Hij overleefde het, maar is ergens anders gaan werken.
Ik vind het lastig om over deze ervaringen te schrijven, want ik vond het heel erg voor de mensen die er het slachtoffer van waren. Gelukkig waren het er maar een paar. Als ik nu op bezoek ben aan boord, kom ik voornamelijk aardige mensen tegen. Misschien heeft dat ook te maken met het feit dat mijn man inmiddels geen marof meer is. Verder heb ik ook bijzonder goede herinneringen aan het meereizen, niet in de laatste plaats vanwege de gezelligheid aan boord. Mede hierdoor heb ik uiteindelijk altijd achter de carrière van de man kunnen staan.
In ieder geval kom ik nooit meer een hork tegen. Tenminste, niet aan boord.
@strid