Elisabeth Cook

Kan je me horen? Ja, luid en duidelijk! Zijn stem komt alleen niet uit de speakers, wat de bedoeling was, ik hoor de zeeman praten vanuit de huiskamer. Zelf zit ik met mijn computer in de werkkamer. Ik kan je ook niet zien, ik heb geen beeld! roep ik met enige wanhoop in mijn stem.

Vlak voor vertrek testen we altijd onze Skype-instellingen. Want zeeman gaat vaak nog eerst naar een hotel voor hij aan boord gaat. Niets leukers om elkaar dan nog even te zien en te spreken. Na een boel gedoe hebben we eindelijk contact, ik kan hem nu met een gerust hart laten gaan.

Op de bestemming aangekomen blijkt hij direct door te gaan naar het schip. Geen Skype, zucht. Die tijd hadden we beter kunnen besteden. Eenmaal op volle zee: Wat zeg je? Wacht even, ik hoor je niet meer, bel nog eens dan lukt het misschien wel. Sorry je valt weer weg, morgen nog maar eens proberen? Wat zeg je? Ik hang op hoor, dit wordt niks vandaag. Wat ik wel nog hoor is: j i nog w pro bellen.

Op zulke momenten denk ik aan Elisabeth, de vrouw van kapitein Cook, ergens in de tweede helft van de achttiende eeuw. Post die er soms een jaar over doet en nooit zeker of het aankomt, maandenlange stiltes en eenzaamheid en elkaar drie jaar achtereen niet kunnen zien. Zij had dat contact hard nodig. Het waren hele zware tijden. Ze verloren hun kinderen een voor een aan ziektes die wij allang niet meer kennen. En hij was er niet bij… En dan de paniek die ze voelt opkomen wanneer ze bericht krijgt dat haar zeeman àl over 3 maanden thuiskomt. Waar haalt ze de tijd vandaan om het huis op te ruimen? Dat lukt me nooit in die korte tijd denkt ze. Dus moet ik niet miepen en piepen, vind ik.

Zeeman heeft er een abonnement op, om op onmogelijke tijden te bellen. Als ik naar een spannende film zit te kijken vlak voor de ontknoping, gaat de telefoon. Stoor ik? vraagt hij vrolijk. Met één oog naar de tv kijkend en met een half oor luisterend mompelde ik dan wat. Volledige aandacht geven lukte me op zo’n moment nooit. Nu hebben we de pauze- en de opname knop.

Het communiceren lijkt telkens makkelijker te worden. Marine Traffic om te zien waar hij zich bevindt, mailen, appen, bellen en zelfs af en toe een bezoekje aan boord ligt in de mogelijkheden. Ook al kunnen we elkaar niet altijd verstaan en is het lang niet dagelijks, er is contact.

Af en toe schrijf ik nog een ouderwets handgeschreven brief. Dan zit ik op een bankje ergens in het bos, ik schrijf alsof hij naast me zit en ik non-stop mijn verhaal vertel. Inscannen en sturen als bijlage in een appje. Net echt. En dan heb ik ook nog geschreven met een blauwe pen, nog echter! Sneller dan de post. Lang leve internet! Het beste van twee werelden! Als mevrouw Cook dat toch eens had kunnen meemaken..

Feit blijft wel dat – ondanks de geweldige communicatie-mogelijkheden- prachtig woord trouwens, ik niet altijd tevreden ben. Het is een Rupsje Nooitgenoeg gevoel. Altijd zoekend naar nog meer en nog beter. Als hij in Spanje in de haven ligt heb ik allang een vliegticketsite bezocht om te kijken of het mogelijk is even op bezoek te gaan. Ik weet dat ik dan niet ga, want ik moet gewoon werken, maar ik wil gewoon de mogelijkheden zien of het kan.

Na het afscheid nemen loop ik een paar dagen doelloos door het huis en dan gaat het ineens weer prima. Contacten aanhalen want die verwaarloos ik een beetje als zeeman thuis is. En dat is oprechte qualitytime. Eten op de bank voor de tv, lange wandelingen met de hond van zoonlief, met de kleinkinderen spelletjes doen en met de zoon de bossen in. Tussendoor is er tijd om te bellen en genoeg tijd om op pauze te drukken. Mevrouw Cook, wat heb ik een bewondering voor u, wat ben ik eigenlijk toch een verwend nest….

Gaby Niesthoven