Noorse Zeemansmissie wetenschappelijk onderzocht

Proefschrift Virginia Hoel: geschiedenis zeemansmissies wetenschappelijk onderzocht

Zijn zeemanshuizen nodig? Ooit telde ons land talloze zeemansmissies met eigen zeemanshuizen. Maar daarvan zijn er inmiddels vele gesloten. Dit geldt eigenlijk voor héél Europa. Het leek afgelopen te zijn met de zeemanshuizen. In Oostvoorne wordt er echter, tegen de trend in, binnenkort een nieuw zeemanshuis geopend. Vorig jaar gebeurde hetzelfde in Harlingen. Blijkbaar vinden voldoende mensen zo’n speciale plek voor zeevarenden nog steeds nuttig. Waar komt die behoefte eigenlijk vandaan?

noorsezeemaskerk3

Soms is het goed je in de geschiedenis van iets te verdiepen. Voor de zeemanshuizen kan dat nu via een onlangs verschenen studie, waarop Virginia Hoel onlangs promoveerde aan de Open Universiteit: ‘Geloof, Vaderland en de Noorse Zeeman. Het werk van de Noorse zeemansmissie in Antwerpen en de Nederlandse havens (1864-1920).’ De promotieplechtigheid vond plaats in het welbekende houten Noorse zeemanskerkje aan de Westzeedijk in Rotterdam (naast de Maastunnel).

Het boek vertelt een boeiende geschiedenis die begint in de tweede helft van de 19e eeuw. We zitten nog midden in de Victoriaanse tijd van stoom- en roetwolken en kinderarbeid. Vele, met name jonge mannen, zijn uit armoede gaan varen. Besmettelijke ziektes liggen voortdurend op de loer en eisen vele levens. Zowel in Antwerpen als in Rotterdam en Amsterdam begint de Noorse kerk een zeemansmissie. De aan de missie verbonden predikanten organiseren speciale kerkdiensten in de eigen taal, bezoeken schepen en begraven gestorven zeelieden. Daarnaast waarschuwen ze tegen de ‘verleidingen van de haven’ en proberen ze ervoor te zorgen dat het verdiende geld naar huis wordt gestuurd. In deze tijd zijn in de havens ook veel ‘runners’ actief, die zeemannen proberen over te halen op een ander schip te gaan werken. Dat houdt contractbreuk in en kan bij thuiskomst voor veel problemen zorgen. Ongeschoolde zeelieden waren makkelijk te beïnvloeden en de dominees vonden het hun taak goede informatie te geven. Deze zeemansmissies begonnen klein met gehuurde ruimtes.

noorsezeemaskerk2klein

Al gauw komen er naast de klassieke predikantstaken – preken, praten en begraven – nieuwe opgaven bij. Zeemanspensions bieden vaak slechte huisvesting tegen veel geld. De zeemansmissies proberen in het havengebied zelf onderdak te bieden tegen een betaalbare prijs. Daarnaast worden er leeszalen ingericht. Die worden al snel populair als er naast lezingen over Bijbelse onderwerpen ook voorstellingen met de toverlantaarn worden vertoond. Op de leeszaal kunnen ook brieven naar huis worden geschreven. De zeemansmissies benadrukken hoe belangrijk het is om de band met thuis te onderhouden. Daarnaast maken de predikanten zich hard voor de sociaal-politieke kwestie van de zondagsrust. Natuurlijk gaat het hier allereerst om het godsdienstige gebod, maar belangrijk argument is ook de toegenomen werkdruk. Niet iedereen gaat naar de kerk op zondag, maar een rustdag is hoe dan ook belangrijk voor het welzijn van de zeeman.

In 1905 wordt Noorwegen helemaal onafhankelijk. Daardoor wordt het Noorse nationale gevoel nog belangrijker. De zeemansmissies moeten dit nationale sentiment versterken. De leeszalen bieden Noorse literatuur aan en er vinden evenementen plaats met een Noors tintje. Het thuisgevoel betekent vooral ook: de band met het vaderland. Nog meer wordt gestreefd naar eigen huisvesting. Zo verrijst in Rotterdam het eigen Noorse zeemanskerkje, dat er vandaag de dag nog steeds staat.

noorsezeemanskerk

Intussen ontstaan er wel spanningsvelden. Het wordt steeds lastiger om schepen in de haven te bezoeken. En de vraag rijst of het welzijnswerk wel kerkelijk gebonden moet zijn. Vooralsnog blijft deze vraag onbeslist. In ieder geval lijken de zeemansmissies beter in staat het nationale thuisgevoel te bieden dan niet-kerkelijk gebonden initiatieven. Het algemene zeemanshotel in Antwerpen wordt als veel onpersoonlijker ervaren dan het kleinere Scandinavische zeemanspension van de zeemansmissie. De zeemanskerk in Rotterdam had het trouwens ook bijna niet gehaald. Vanuit socialistische hoek kwam de kritische vraag of er na de bouw van deze kerk in de omgeving op zondag nog wel gevoetbald mocht worden!

Op dit punt eindigt deze academische studie in het jaar 1920. Bijna honderd jaar later moeten we constateren dat er veel is veranderd en ook weer niet. In vergelijking met de periode die Virginia Hoel beschrijft, hebben havens en schepen een gedaanteverwisseling ondergaan. Kerk en geloof hebben in Europa een heel andere plaats dan honderd jaar geleden. Ook zijn nationalistische gevoelens een andere rol gaan spelen. Toch vormen deze wel een verklaring voor het feit dat we in Rotterdam nog steeds van elkaar onafhankelijke Noorse, Zweedse, Deense en Finse zeemansmissies hebben. Leeszalen zijn echter niet meer nodig. Armoede speelt minder een rol, in ieder geval als het om Europese zeevarenden gaat.

noorsezeemanskerk4

Tegelijkertijd zorgt een zeemanshuis nog steeds voor een soort van thuisgevoel. Zij het dat de leeszalen hebben plaats gemaakt voor clubs en schrijftafels voor internetverbindingen. Zeelieden uit met name de Aziatische landen hebben het in vreemde havens meestal financieel niet breed. Daarnaast kunnen veel bemanningsleden tegenwoordig vaak niet naar de wal. Dan vormt een scheepsbezoek vanuit de zeemansmissie een welkome onderbreking. Of het is prettig een zeemanshuis dichtbij te haven te kunnen bezoeken. Daarbij heeft binnen Europa de prekerige toon van de 19e eeuwse bezoeker al lang plaats gemaakt voor een luisterhouding en interesse in wie je bent.

Blijft het spanningsveld: moet dit werk nu gedaan worden door zeemansmissies? Ik geloof van wel. Althans op dit moment. Inmiddels zijn havens verplicht Port Welfare Committees in te stellen en die moeten zorg dragen voor goede faciliteiten. De praktijk leert dat de inbreng van organisaties met een kerkelijke achtergrond daarin zeer welkom blijft. Die hebben tenslotte al een hele geschiedenis achter zich. Bovendien voelen kerken de roeping om het menselijk welzijn te dienen waar de maatschappij dat laat liggen. Natuurlijk zijn er meer vormen van een ‘thuis’ bieden denkbaar dan een speciaal zeemanshuis. Maar de ervaring leert dat wat weg is, over het algemeen nooit meer terugkomt. Hoewel de nieuwe zeemanshuizen in Oostvoorne en Harlingen daar een mooie uitzondering op vormen.

Stefan Francke
Virginia Hoel, ‘Faith, Fatherland and the Norwegian Seaman. The work of the Norwegian Seamen’s Mission in Antwerp and the Dutch ports (1864-1920)’, Hilversum, Verloren Publishers, 2016, euro 39,50.