Pesten
- 13
- jun
Onlangs ontving ik een wegwijzer. Niet een paal met daaraan bordjes maar een digitale link die, toen ik het opende, de titel ‘TNO Wegwijzer Pesten’ als titel droeg. En of ik een verhaal kon schrijven of pesten ook voorkomt op schepen van de Nederlandse Koopvaardij. Immers, ik heb veel zeevarenden in mijn kennissenkring.
Ik belde een van mijn kennissen, een kapitein bij een grote rederij in het noorden van Nederland. Ik vroeg hem of hij ooit gehoord had over de ‘Wegwijzer Pesten’ en of die misschien aan boord ook nodig was.
Nog net geen hoongelach was mijn deel. Pesten, zo deelde de kapitein mij mee, gebeurt op ieder schip. Net zoals op school, net zoals op een sportclub, het hoort gewoon bij het leven. En, zo voegde hij er ter verduidelijking aan toe, wie niet tegen een beetje pesten kan vaart niet lang! Een wegwijzer die pesten moet reguleren en die kapiteins leert wanneer men met pesten te maken heeft is derhalve niet aan boord, aldus de nog nalachende kapitein.
Het was duidelijk dat ik niet zo moeilijk moest doen over iets kinderachtigs zoals pesten. Dat gebeurt overal!
Maar het zat me niet lekker en ik zou geen goede journalist zijn als ik niet had doorgevraagd.
Wat blijkt: pesten heeft eigenlijk een andere betekenis aan boord dan aan de wal. Spreekt de Wegwijzer Pesten over psychosomatische klachten, angst, woede, verdriet en zelfs post-traumatische stressstoornissen als mogelijk gevolg, pesten aan boord wordt meer gezien als een geintje waar je tegen moet kunnen. Hooguit kijk je degene die je pest vuil aan, scheldt hem uit en mijd je hem een tijdje, maar het werk eist samenwerking. En dus ga je weer gezamenlijk aan de slag (terwijl je bezig bent een manier te bedenken de ander met gelijke munt terug te betalen).
Pesten aan boord wordt als vrij onschuldig ervaren maar er komt een andere vorm (van pesten?) voor die veel minder onschuldig is. Het is een vorm die veel meer impact heeft op met name jonge zeevarenden. Degene die niet (direct) voldoet aan het plaatje van een meerdere wordt dan stelselmatig getreiterd, gekleineerd, belachelijk gemaakt.
Een andere kapitein vertelde over een leerling die bij hem op de brug meeliep tijdens de wacht en wel heel timide deed. ‘Ga eens wat doen! Sta daar niet in een hoekje!’ riep de kapitein wrevelig. Het antwoord was onthutsend:
‘Mag dat dan?’ De leerling keek als een hond die ieder moment een klap verwacht. Hierdoor gealarmeerd vroeg de kapitein verder. Het bleek dat deze jongen op een vorig schip compleet vernederd was door de kapitein. Hij mocht niets, hij was slechts een hoerenzoon (de leerling zijn woord) die niets wist. Er werd nog net geen cirkel op de brugvloer getekend die hij niet mocht verlaten.
In niet mis te verstane bewoordingen werd duidelijk gemaakt dat enige vorm van participatie in de wacht niet op prijs werd gesteld. Voorts werd deze jongen beledigd, bedreigd en belachelijk gemaakt in bijzijn van andere bemanningsleden. Kortom, hij was niet meer en niet minder dan geestelijk mishandeld.
Toen de kapitein vroeg of hij de rederij op de hoogte had gesteld was het antwoord positief. Maar daar werd het afgedaan dat ‘men op de hoogte was maar dat betreffende kapitein toch veel voor de rederij had betekend (…).’
Da’s wel iets anders dan pesten…
Het grote verschil met de wal is ook nog eens dat iemand die getreiterd wordt op school of werk ’s avonds naar huis kan, dat zit er aan boord niet in.
Natuurlijk is dit één voorbeeld van grensoverschrijdend treitergedrag, maar het aantal gevallen is moeiteloos uit te breiden. Veelal ligt de oorzaak op het vlak van machtsmisbruik:
de kapitein die, ondanks de rookverboden op de Nederlandse schepen, er overal op los paft (en daarmee de niet-rokers behoorlijk kan irriteren), de HWTK die een niet al te snelle derde machinist een bahco naar zijn hoofd slingert, een stuurman die zijn matrozen als moderne – weliswaar betaalde – slaven belachelijk lange dagen laat maken, de kapitein die een stuurman met andere ideeën compleet negeert en/of belachelijk maakt ten overstaan van de bemanning enz.
En de meesten komen ermee weg. Tenslotte hebben leidinggevenden misschien wel geen absolute macht maar wel het laatste woord en zij rapporteren eigenlijk als enige naar de walorganisatie, of dit nu de reder is of andere instanties.
Toch is de Nederlandse en Europese wet hier stellig in: Artikel 31 Het Europees verdrag van Maastricht zegt:
Iedere werknemer heeft recht op gezonde, veilige en waardige arbeidsomstandigheden (een Europees grondrecht).
Intimidatie, psychisch geweld en pesten is ook op grond van de Arbeidomstandighedenwet (Arbowet) verboden. Deze wet hanteert daarvoor de term ‘psychosociale arbeidsbelasting’:
Artikel 3 e.v.
De werkgever voert, binnen het algemeen arbeidsomstandighedenbeleid, een beleid gericht op voorkoming en indien dat niet mogelijk is, beperking van psychosociale arbeidsbelasting.
Duidelijk is dat leidinggevenden op schepen en binnen de walorganisatie dit serieus dienen te nemen. Er staan fikse straffen op het niet naleven:
De overtreders (… ) van de Arbowet kunnen worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes jaar als het misdrijf (…) opzettelijk is begaan. Is er van opzet geen sprake, dan kan de overtreder worden veroordeeld tot een hechtenisstraf van een jaar. Een werkgever kan ook worden veroordeeld voor dit misdrijf wanneer er in de praktijk geen of een lichte gezondheidsschade is ontstaan.
Gezien de voorbeelden waar ik tijdens mijn korte onderzoek mee werd geconfronteerd lijkt het me zinvol voor werkgevers dit probleem serieus te nemen. En het leven aan boord een stukje aantrekkelijker wordt, ook voor beginnende zeelui. Dat is mijn verhaal over de Nederlandse koopvaardijschepen.
Sara Maya