Sint Benedictus – Regels voor een mannengemeenschap

Aan boord kun je in de hutten nogal eens de afbeelding van een heilige tegenkomen. Zeker bij de Filippijnse collega’s die een “bidhoekje” hebben ingericht, met een rozenkrans en Mariabeeldje erbij. Welke verhalen schuilen er achter die plaatjes? Wie kent bijvoorbeeld Sint Benedictus?

Zelf heb ik vanuit mijn protestantse achtergrond niet zoveel met heiligen. Ik zal tenminste niet zo gauw tot ze bidden. Maar kloosters bezoek ik wel graag. Dat begon al toen ik studeerde. Als ik een dik boek voor een tentamen in mijn hoofd moest stampen, wilde ik niet worden afgeleid. Dan ging ik naar de Benedictijnse Abdij in Egmond-Binnen. Daar kon ik in alle rust zitten blokken.

Benedictijnse kloosters staan in de traditie van Sint Benedictus van Nursia in Italië (480-547). Als veertienjarige sluit hij zich aan bij een groep monniken. Vervolgens wordt hij al snel overste van een klooster, in Vicovarol.

Sommige monniken vinden hem echter zo streng, dat ze besluiten hem te vergiftigen. Er wordt stiekem gif in de beker van Benedictus gedaan. Maar als hij de zegen over de beker uitspreekt, breekt deze wonderlijk genoeg in stukken. Later sticht Benedictus zijn eigen klooster in Monte Cassino. Daar schrijft hij de naar hem vernoemde beroemde kloosterregel Regula Benedicti. Die vormt nog steeds de basis van de benedictijnse kloosters vandaag de dag. Benedictus vindt dat je leven een duidelijke structuur nodig heeft om een goed christen te kunnen zijn. Heiligheid vraagt om concentratie. Toewijding maakt een beter mens.

Nu zou je kunnen denken dat het leven van een monnik veraf staat van dat van een zeevarende. Bij een zeevarende denk je misschien niet direct aan kuisheid of armoede. Toch zijn er veel raakvlakken. Want een klooster is een mannengemeenschap, net als op veel schepen.* In het klooster wordt een strak tijdschema aangehouden: 8 uur per dag wordt besteed aan bidden, 8 uur aan werken en 8 uur kan er worden ontspannen en geslapen. Het levensritme lijkt op een soort van wachtlopen. Het voordeel daarvan is dat je je niet druk hoeft te maken om de vraag “Wanneer ga ik wat doen?”. Het schema houdt het leven overzichtelijk.
* Er bestaan ook benedictinessenkloosters, maar die zijn er pas later gekomen.

Ora et labora – bid en werk – is een beroemd benedictijns gezegde. Aan boord is er ook een duidelijke, werkgerichte focus. Anders kan een schip niet varen. Ooit hoorde ik een zeevarende opmerken: “Aan boord kun je goed je werk doen, omdat je je nergens anders druk over hoeft te maken.”
In een klooster is er een duidelijke taakverdeling, waarbij er gerouleerd wordt als het gaat om huishoudelijke taken. De abt is duidelijk de baas en draagt grote verantwoordelijkheid, net als de kapitein op een schip. Bezoekers zijn altijd welkom, als ze zich maar nergens mee bemoeien.
Kortom: de regel van Benedictus is een soort “best practice guide” voor het leven in een kleine gemeenschap. Belangrijk is het voorschrift dat er geen clubjes of kliekjes mogen worden gevormd, want die bederven de sfeer. Monniken moeten voor elkaar zorgen en hebben verantwoordelijkheid voor elkaar. Ook zeevarenden spreken van hun “tweede familie” aan boord. Al met al misstaat een afbeelding van Sint Benedictus in het geheel niet aan boord.
Zelf hoef ik niet meer naar een klooster om tentamens te leren. Dit jaar verblijf ik wel met drie bevriende broers, die allemaal zelfstandig ondernemer zijn, een paar nachtjes in een Belgische abdij. Dan kom je aan gesprekken toe, waar anders geen tijd voor is. Bovendien mag er een abdijbiertje bij gedronken worden. Iets waar wij natuurlijk ook weer op tijd mee ophouden.

Stefan Francke

Het “Seafarer’s Center” in Duluth (VS) heeft een oproep uit de Regel van Benedicus als motto: “Alle gasten die aankomen, moeten worden ontvangen als Christus zelf.”