Terug naar de baarmoeder – Zwemmen als oerervaring
- 28
- sep
Je hoort het vaak zeggen: zeevarenden kunnen niet zwemmen. Maar is dat werkelijk zo? Als ik rondvraag, krijg ik verschillende antwoorden. Eigenlijk alle Nederlanders die ik spreek hebben zwemles gehad. Maar voor de Filippijnse bemanningsleden ligt dat anders. De meesten kunnen zich wel drijvende houden, maar dat lukt al niet iedereen. En echt zwemmen is voor velen nog lastiger.

Zwemmen spreekt niet vanzelf. Daar kwam ik achter bij het lezen van het prachtige boek. “Op zoek naar de zwarte masseur”. Daarin kun je lezen hoe in West-Europa baden en zwemmen pas weer in de negentiende eeuw populair werden. De oude Grieken en Romeinen legden al de meest fantastische badinrichtingen aan, maar in de donkere Middeleeuwen stond schoon gelijk aan verdacht. In de negentiende eeuw werd in Engeland de mooie kant van het water echter herontdekt. Het begon bij de rijke bovenklasse. Er werden badhuizen gebouwd. Rivieren en de zee waren niet alleen meer om naar te kijken, maar ook om een duik in te nemen. Pas in de twintigste eeuw werd het voor het lagere volk ook gewoon om een bad te nemen of te douchen. Er kwamen zwembaden voor iedereen. En het strand was niet meer alleen voor de gegoede klasse.
In 2018 moesten de Nederlandse reddingsbrigades bijna 8000 keer in actie komen. Er verdronken 112 mensen in Nederlandse wateren, een toename van 25% ten opzichte van het jaar ervoor.
Dit verklaart natuurlijk het gezegde dat zeevarenden niet kunnen zwemmen. Veel opvarenden in de achttiende en negentiende eeuw kwamen uit de lagere klassen en hadden dus niets met zwemmen. Schoolzwemmen werd in Nederland pas in de jaren ’60 van de twintigste eeuw ingevoerd. In de Filippijnen, waar er wel genoeg water is maar weinig geld voor onderwijs, leren de meeste kinderen zwemmen van elkaar.
De populariteit van het openwaterzwemmen is de laatste jaren in Nederland enorm toegenomen. Dit heeft waarschijnlijk ook te maken met de prestaties van onze nationale held: openwaterzwemmer Maarten van der Weijden.

Ik las het boek tijdens de kampeervakantie. Lezen en in een rivier duiken – later de Middellandse Zee – vormen een goede combinatie. Ik zwem ook graag in de Noordzee en doe iedere zomer mee met de zwemtochten langs de Walcherse kust. Het boek heeft me geholpen om goede woorden te vinden voor wat je tijdens het zwemmen kunt beleven. Het water omsluit je, zodat je je helemaal één voelt met je omgeving. De golven masseren je als het ware. Het schijnt dat hierdoor ervaringen vanuit de baarmoeder worden opgeroepen: je komt weer terug bij je oergevoel. Het zoutgehalte van vruchtwater in de baarmoeder is vergelijkbaar met zeewater. In het Hebreeuws zijn “baarmoeder” en “barmhartigheid” verwante woorden. Niet gek dat sommigen bij zwemmen een soort van religieuze ervaring hebben. Hoe dat ook verder zij, ik knap van zwemmen altijd op. Vanaf de waterlijn heb je een mooi uitzicht op de kust, toch weer anders dan vanaf de brug van een schip.
In 1865 zwom de Engelsman Matthew Webb voor het eerst zonder hulpmiddelen het kanaal over. Hij deed bijna 22 uur over de 34 kilometer. Tegenwoordig zwemt men deze afstand in minder dan 7 uur.
Er staan nog veel meer wetenswaardigheden in het boek. Zo was ik niet op de hoogte van de uitgebreide zwemtechnieken van de Japanse samoerai. Zij hebben zwemslagen ontwikkeld om tegen de stroom op de zwemmen, onder een schip door te duiken of vanuit het water met een boog te kunnen schieten. Van alle Aziatische en Afrikaanse landen is Japan het enige dat ooit Olympische medailles bij het zwemmen heeft gewonnen.

Terug naar het heden: of zeevarenden kunnen zwemmen of niet, ze willen wel een zwembad aan boord. Onderzoek heeft uitgewezen dat een zwembad aan boord stress bij de bemanning verlaagt. Lekker dobberen na de wacht, wat dingetjes op de barbecue, eventueel een drankje erbij. Dan is het leven goed. Dan ontspan je je. Het heeft ook wel iets grappigs, zo’n zwembad met zoveel water om je heen. Het is zwemmen op zee in plaats van in zee. Op sommige schepen zijn het ware kunstwerken geworden. Net als vroeger bij de Grieken en de Romeinen.
In de negentiende eeuw was het een spannend tijdverdrijf om zo lang mogelijk onder water je adem in te houden. Een zekere Miss Walenda wist meer dan 4 en een halve minuut onder water te blijven, maar kon zelf niet meer boven water komen. Als gevolg van deze bijna fatale gebeurtenis werden verdere recordpogingen verboden.
Stefan Francke