Verlof

“Binnenkort kan er weer een bord bij”. Zo meld ik dat aan de kinderen. Verre van romantisch, maar ze weten wat ik ermee bedoel – en de vreugde is groot: hun vader komt thuis.


Dag 1 van het verlof staat enkel en alleen in het teken van de thuiskomst. Het lijkt alsof er een eindeloze zee aan vrije dagen voor ons ligt. De koffer gaat open en er komen cadeautjes uit en chocolade. De rest van de inhoud bestaat uit een baal was en een map vol geplastificeerde diploma’s en certificaten.
De man bekijkt de rapporten van de jongens en luistert vol interesse naar al onze verhalen. Verder komt hij de deur niet uit. We drinken samen koffie en er is altijd iets lekkers bij. Alles is meteen een stuk leuker.

Op dag 2 vraagt hij ’s ochtends, als we allemaal aan de etenstafel zitten: “Wanneer zijn jullie eigenlijk voor het laatst naar de tandarts geweest?” Ik heb er een hekel aan en ben ontzettend goed in uitstellen. Ik kan me het laatste tandartsbezoek vaak niet goed herinneren. Hij pakt de telefoon en maakt vervolgens voor iedereen een afspraak. Tegelijk belt hij de garage om de auto langs te brengen. Als dat klaar is trekt hij de koelkast open en haalt alle etenswaren die de uiterste houdbaarheidsdatum al lang zijn gepasseerd eruit, kijkt mij verwijtend aan en gooit het in de container.

Freek, ons konijn dat in de achtertuin woont, krijgt een oud stuk wortel. Helaas voor Freek wordt er ook meteen een bezoek aan de dierenarts geregeld. Hem staat een algemene gezondheidscheck en een stel inentingen te wachten.

De volgende dag voel ik me onrustig worden. Ik wil niet meer op het schoolplein staan, ik wil weg. De deur uit. Winkelen. Tien kilometer wandelen door de natuur. Naar een andere stad rijden. Uit eten gaan met een volwassene. Alle dingen die niet zomaar kunnen als ik alleen voor de kinderen zorg. De jongens en ik gaan samen regelmatig op pad en we beleven van alles met z’n drietjes. Maar soms heb ik daar niet meer genoeg aan.
Het zijn jongens. Ik ben dat niet. En ik heb vaak hele leuke ideeën, die zij ontzettend stom vinden. En andersom. Zoals een dagje naar Ikea. Ik vind de opstellingen van Ikea altijd enorm inspirerend en verbaas me over alle kleuren en patronen van de stoffen en de meubeltjes.

De jongens willen niet in Smalland blijven. Dat hoeft ook niet. Ze willen wel de winkelwagen volproppen met Ikeaknuffels. Daarna willen ze Zweedse ballen eten. De laatste keer dat we er waren, werd de jongste kotsmisselijk midden in het restaurant. Gelukkig zijn we door de bedrijfshulpverlening het pand uitgeloodst. Mijn zoontje kreeg voor de zekerheid zo’n enorme gele boodschappentas mee. Op het parkeerterrein knapte hij alweer op.
Ik dacht toen: “Ik ga later nog wel een keer, als de man er is.” Dat denk ik best wel vaak, maar ik vergeet het dan ook weer. Totdat het verlof is. Dan herinner ik me opeens moeiteloos alles waar ik nog naartoe wilde gaan, en ik word daar erg onrustig van.

Ik heb dat gevoel wel vaker. Meestal kan ik het goed onderdrukken. Maar nu, op de volgende dag van het verlof, lukt me dat niet meer. De man begrijpt de noodzaak en belt  zijn moeder. Ik gebaar naar hem dat hij moet vragen hoe het met haar gaat. “Hoe gaat het met je?” vraagt hij braaf. Het gaat goed met haar en ze komt oppassen. We gaan samen op stap en mijn onrust verdwijnt. De auto is volgetankt en nog snel even door de wasstraat gereden.

De rest van het verlof vliegt voorbij. Onze gebitten zijn allemaal nagekeken en het konijn is ingeënt. “Hij heeft gelukkig geen schurft,” zegt de man. Maar zijn haren zaten wel erg in de knoop vond de dierenarts.

We bekijken alle afleveringen van De Luizenmoeder, de nieuwe TV-serie over de meest herkenbare arena: het schoolplein. Ik vind het geen enkel probleem dat jongste naar school gebracht wordt door de man. En ook niet dat hij hem weer ophaalt. Hij kletst heerlijk met de moeders en met de andere aanwezige vader op het plein.
Als het verlof voorbij is kan ik het schoolplein ook weer moeiteloos aan.

@strid.