Zeemansvrouw

Niet klagen maar dragen!

Zo, dat is er meteen maar uit. Ik hou niet van klagen, dat gezeur, dat gemiep. Is klagen een vrouwending of een Nederlandse eigenschap? Links of rechtsom, ik vind het in beide gevallen stom. Om over de combi maar te zwijgen.

Vrouwen klagen altijd dat ze te dik zijn. Het liefst zeggen ze dat met een zak chips of stuk gebak voor hun neus. Nou meid, stop met snoepen of koop grotere kleren.

Vrouwen klagen ook graag over hun mannen. Het liefst over het feit dat ze elkaar zo weinig zien. Nu snap ik best dat het heel vervelend is, als je man altijd om 18.00 thuis is en het een keer 18.05 wordt.

Mannen gooien hun wasgoed naast de mand in plaats van er in. Ik denk dat dit iets genetisch is. Bedoel, met voetbal lukt het ze ook niet om de bal in het net te krijgen. Was + mand is natuurlijk een soortgelijk iets. Moet bekennen dat ik altijd maar lach om die sokken die binnenstebuiten naast de mand liggen. Het is een teken dat hij thuis is!

Pubers kunnen er ook wat van! Die ene die bij ons op zolder resideert, was kort geleden aan het klagen dat ik nooit schoonmaak en zij niets kon vinden. Nee gek, het leek wel of er ingebroken was. Ik had er met skischoenen nog niet naar binnen gekund.

We klagen over het weer. Het is te koud, het is te warm, te nat, te droog. Zelfs Jan had er een handje van. Ooit belde hij vanuit een telefooncel. Was geen prettig gesprek omdat het zo hard regende dat we elkaar niet konden verstaan. Ik vond dat hij niet zo moest klagen, want meneer belde wel uit een telefooncel vanuit de Dominicaanse Republiek.

Een geliefd klaagonderwerp was ook het slechte weer op zee. Hij slingerde uit de naad, het eten vloog van zijn bord, de koffie gutste over zijn kop. Lieverd, niet om het één of ander, maar jij wilde gaan varen!

Klagen over de kok. Het eten is niet te nassen. Het is te gezond, te vet, te veel, te weinig. Zucht, wees nu maar blij dat jij die ouwe bent, schoenmaker blijf bij je leest. Want aangezien jij amper een ei kunt bakken is het maar goed dat jij de kok niet bent. Want dan kwam iedereen om van de honger.

Klagen, wat vermoeiend. Gelukkig klaag ik zelf niet zoveel. Volgens Jan mopper ik. Klopt, en hard ook!