Zeevarenden in strips: Roodbaard

Al jaren is kapiteinszoon Stefan Francke een stripliefhebber. Het drong een tijdje terug tot hem door dat er in strips nogal wat zeevarenden voorkomen. Ongetwijfeld is zijn beeld van de maritieme wereld erdoor beïnvloed. In deze serie over varende striphelden bekijkt hij in hoeverre dat beeld eigenlijk klopt met de werkelijkheid. Hoe realistisch gaat het er aan toe? Kloppen de technische details? Worden de geijkte vooroordelen bevestigd?

Kan dat eigenlijk nog wel: een strip met een piraat als held? We kennen inmiddels allemaal de verschrikkelijke verhalen over de eigentijdse piraterij in de Golf van Aden, West-Afrika en de Zuid-Chinese Zee. Dan stuit het toch tegen de borst om plezier te beleven aan de avonturen van een piratenkapitein als Roodbaard.
De vraag is natuurlijk of deze strip die zich afspeelt in de 18e eeuw, vergeleken moet worden met de werkelijkheid van vandaag. Roodbaard is als piraat een gewetenloze schurk, hij wordt niet voor niets “de Schrik van de Zeven Zeeën” genoemd. Maar de verhalen gaan vooral over zijn ene zwakke plek: zijn zoon, of preciezer gezegd, zijn geadopteerde zoon. Alle albums draaien om die relatie.

Ik ontdekte dat mijn oude Roodbaardalbums uit elkaar liggen. Een mooie aanleiding om de nieuwe met harde kaft ingebonden uitgave te kopen! In dit verzamelwerk vinden we ook veel achtergrondinformatie over de beide makers van Roodbaard: scenarist Jean-Michel Charlier en tekenaar Victor Hubinon. Zij begonnen de strip in 1959 en zetten deze voort tot 1974, met in totaal 18 albums. Daarna zijn nog veel albums verschenen, maar die zijn door anderen gemaakt. Ik beperk me hier tot de oorspronkelijke serie. Van Charlier is bekend dat hij dol was op luchtvaart en zeevaart. Victor Hubinon diende enige tijd bij de marine en was amateurpiloot. Niet verwonderlijk dat ze naast Roodbaard ook de pilotenstrips Buck Danny en Tangy & Lavadure maakten.

In het eerste album heeft Roodbaard zijn fortuin als piraat al gemaakt. Zijn leven neemt echter een wending als bij het enteren van een Frans schip in een hut een nog levende baby wordt ontdekt. De ouders zijn bij de aanval om het leven gekomen. Roodbaard besluit het baby’tje mee te nemen naar zijn roversnest zodat het zijn opvolger kan worden. Erik – zijn echte naam is Thierry de Montfort – groeit op onder leiding van Roodbaards trouwste helpers: de oude chirurgijn “Driepoot” en de enorme sterke ex-slaaf Baba. Aanvankelijk lijkt hij voorbestemd voor het vrije piratenleven, maar gaandeweg ontstaan er bij Erik twijfels. Hij wil liever gewoon eerlijk zeeman worden. In een aantal albums ontwikkelt zich een spanningsveld, waarbij Erik steeds meer afstand neemt van zijn pleegvader, maar toch ook niet zonder hem blijkt te kunnen. Intussen maken we talloze gevechten mee en stormen op zee. We maken kennis met de 18e -eeuwse wereld van grote zeilschepen, kaapvaart en Spaans-Engels-Frans-Hollandse oorlogen.

Met vallen en opstaan lukt het Erik om gewoon kapitein te worden. Vader en zoon nemen afscheid van elkaar, maar moeten vanwege allerlei ingewikkelde situaties elkaar een aantal keren redden. Zo schuiven hun levens steeds meer in elkaar. Erik ontkomt er niet aan zich af en toe aan het piratenbestaan te verbinden. Omgekeerd raakt Roodbaard steeds meer betrokken bij eervolle missies voor het Franse vaderland. Zijn enorme kunde als kapitein is door alle partijen onomstreden. Deze vindt zijn hoogtepunt in de bouw van een nieuwe versie van zijn vlaggenschip “Zwarte Valk”, met allerlei moderne technische snufjes.

De tekeningen van de zeilschepen zijn buitengewoon gedetailleerd en de historische locaties kloppen. Als je de Roodbaardalbums leest krijg je een goed beeld van de standenmaatschappij van de 18e eeuw en de grote handelsbelangen die ook toen het leven op zee bepaalden. Daarnaast wuiven de palmbomen, glimmen de uniformen en ruik je de rum.

Zo had Roodbaard in de jaren ’50 van de vorige eeuw ook nog educatieve waarde. Wat de jonge striplezers toen vooral natuurlijk ook aansprak was het gevoel van vrijheid, dat aan het piratenleven kleefde. Roodbaard hoefde zich niets aan te trekken van de regels; welk kind wordt hier niet door aangesproken? De strip bood daarbij voldoende historische afstand. In het begin van de eenentwintigste eeuw is piraterij echter in een ander licht komen te staan. Zo romantisch is het allemaal niet meer. De albums zouden in deze tijd dan ook niet meer zo kunnen worden gemaakt.

Tegelijkertijd is de ingewikkelde relatie tussen vader en zoon natuurlijk wel iets van alle tijden. De verwachtingen van de vader, de afstand die de zoon probeert te nemen – deze patronen zijn al zo oud als de mensheid. Erik stelt basale levensvragen: wie ben ik nou eigenlijk? Kan ik mijzelf aan mijn achtergrond ontworstelen? Is zoon-van-een-piraat-zijn nou een zegen of een vloek? Hoe wil ik in het leven staan? Om dat soort vragen te beantwoorden heb je inderdaad een leven lang nodig en zijn 18 albums nog niet genoeg.

1. Is Roodbaard realistisch? – Charlier en Hubinon hebben zich uitvoerig gedocumenteerd voordat ze aan hun strip begonnen en dat is in alles te merken. De plots van de verhalen passen goed bij de historische periode, waarin ze spelen. Wel weten de hoofdrolspelers wel érg vaak net op het allerlaatste moment te ontsnappen. De waarde van goed leiderschap wordt in de strip goed duidelijk: een zeilschip had duidelijk een grotere bemanning nodig dan de schepen van tegenwoordig. Uiteindelijk is een kapitein afhankelijk van betrouwbare mensen om hem heen. Bijzonder (en actueel?) is de incompetentie waarmee regeringen de creatief denkende piraat Roodbaard tegemoet treden.

2. Kloppen de technische details? – Het verhaal gaat dat tekenaar Hubinon zich uitvoerig liet adviseren als het ging om bijvoorbeeld de stand van de zeilen bij een bepaalde koers en windrichting. Ook de uitwerking van de zeeslagen getuigt van veel gevoel voor details. Aanmonsterprocedures en rangverdeling lijken allemaal historisch betrouwbaar.

3. Worden vooroordelen bevestigd? – In de piratenwereld is het taalgebruik stevig (klassiek is de uitroep “Satans darmen”) en worden de vaatjes rum met graagte opengemaakt. Talloze havenkroegjes vormen het decor voor het uitwisselen van sterke verhalen en vechtpartijen. Vrouwen spelen in de albums een slechts zeer bescheiden rol. Roodbaard heeft teveel mee gemaakt om nog een vrouw lief te kunnen hebben. Bij Erik blijft het beperkt tot wat romantische gevoelens. Maar zoals gezegd: het is een strip voor kinderen.

Mijn oordeel: Roodbaard is een ruige piratenkapitein, maar komt vooral naar voren als vader-van. Wat mij betreft geeft de strip – ondanks de kritische houding van zoon Erik – een te mooie voorstelling van piraterij. Dat kan in deze tijd niet meer. Cijfer: 6

Klassement:
1. Kapitein Rob 9 ptn
2. Kapitein Walrus 8 ptn
3. Kapitein Haddock 6 ptn
Kapitein Roodbaard 6 ptn

Volgende keer: Ketelbinkie